Prinsjesdag 2022: Maatregelen (vermogende) particulieren

Op Prinsjesdag 2022 zijn de plannen voor het komende jaar officieel bekendgemaakt. Mazars heeft de belangrijkste (fiscale) voorstellen uit het belastingpakket voor 2023 voor u op een rijtje gezet. Wat verandert er voor u?

Het belastingplan 2023 bevat enkele belangwekkende wijzigingen / maatregelen voor de (vermogende) particulier. Toch is er geen sprake van een fundamentele stelselwijziging. Er wordt een onderverdeling gemaakt in de algemene maatregelen die van toepassing zijn op een grote groep particulieren, maatregelen met betrekking tot de herziening van de box 3-heffing, en maatregelen die zien op schenkingen en de overdrachtsbelasting.

Algemene maatregelen

Verlaging inkomstenbelastingtarief eerste schijf

Het kabinet is voornemens om in 2023 de belasting op een inkomen uit werk (box 1) tot € 73.073 te verlagen van 37,07% naar 36,93%. 

Afschaffing middelingsregeling

Voorgesteld wordt om de middelingsregeling in de Wet Inkomstenbelasting 2001 per 1 januari 2023 af te schaffen. Dit houdt in dat tussen 2022 - 2024 het laatste tijdvak is waarover middeling mogelijk is.

Afschaffing inkomensafhankelijke combinatiekorting

Het kabinet stelt voor om de inkomensafhankelijke combinatiekorting  (IACK) vanaf 1 januari 2025 af te schaffen, behalve voor ouders met één of meer kinderen geboren vóór 1 januari 2025. Zij blijven de IACK ontvangen tot het (jongste) kind 12 jaar oud is. Om ouders te blijven stimuleren om werk en zorg voor kinderen te combineren, wordt de kinderopvangtoeslag aangepast.

Uitfaseren fiscale oudedagsreserve

Voorgesteld wordt om de fiscale oudedagsreserve (FOR), die door ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting kan worden benut, uit te faseren. Dit wordt bereikt door de maatregel in te nemen , dat met ingang van 1 januari 2023 een oudedagsreserve niet verder meer kan worden opgebouwd. De tot en met 31 december 2022 opgebouwde oudedagsreserve kan op basis van de huidige regels worden afgewikkeld.

Verlagen zelfstandigenaftrek / verruimen arbeidskorting / algemene heffingskorting afhankelijk van verzamelinkomen

Met de afbouw van de zelfstandigenaftrek wordt door het kabinet beoogd het verschil in fiscale behandeling tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen. De insteek is om de zelfstandigenaftrek met ingang van 2023 in verschillende stappen te verlagen van € 6.310 in 2022 naar € 900 in 2027. Tegelijkertijd wordt de arbeidskorting, die op alle werkenden van toepassing is (dus niet alleen op ondernemers), verhoogd. Tot slot wordt de algemene heffingskorting afhankelijk van het verzamelinkomen, waardoor niet alleen naar het box 1 inkomen, maar ook naar het box 2 en box 3 inkomen zal worden gekeken.

Aanpassen culturele multiplier voor partners

Vanaf 1 januari 2012 kent de Wet Inkomstenbelasting 2001 een multiplier voor de aftrek van giften (zowel periodieke als andere giften) aan culturele ANBI’s opgenomen in de inkomstenbelasting. Giften aan een culturele ANBI mogen voor de aftrek in de inkomstenbelasting worden vermenigvuldigd met 1,25 waarbij een maximale verhoging geldt van € 1.250. Recent is gebleken dat de multiplier voor giften aan culturele ANBI’s bij fiscale partners onjuist wordt toegepast. Fiscale partners hadden namelijk een gezamenlijk maximumbedrag van € 2.500 kunnen / moeten krijgen. De Tweede Kamer wordt op korte termijn geïnformeerd over de wijze waarop de Belastingdienst de multiplier voor de belastingjaren vanaf 2017 tot en met 2022 zal toepassen.

Voorgesteld wordt om per 1 januari 2023 de wettekst in lijn te brengen met de huidige uitvoeringspraktijk. Dat wil zeggen dat voor de toepassing van de multiplier de culturele giften van fiscale partners worden samengevoegd en dit bedrag vervolgens wordt verhoogd met 25%, maar ten hoogste met € 1.250.

Begrenzing periodieke giftenaftrek

Het kabinet stelt voor om voor periodieke giften een plafond in te voeren van € 250.000 per huishouden. Dit zorgt er voor dat het niet meer mogelijk is om uitzonderlijk hoge inkomens volledig te verrekenen met een zeer hoge periodieke gift.

Wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

Separaat van het pakket belastingplan 2023 is onlangs het wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap door de Tweede Kamer aangenomen. Op basis van dit wetsvoorstel dienen dga’s die meer dan € 700.000 lenen van hun eigen bv over het meerdere inkomstenbelasting box 2 te betalen (26,9% en in 2024 24,5% tot een box 2 inkomen van € 67.000 en 31% voor het inkomen daarboven). Het voorstel ligt ter beoordeling bij de Eerste Kamer. Onze verwachting is dat het voorstel zal worden aangenomen. Het is dus belangrijk voor dga’s met een hoge schuld aan hun eigen bv om hier scherp op te zijn.

Maatregelen met betrekking tot box 3

Box 3 tarief

Het kabinet stelt voor om het huidige tarief in box 3 (31%) met 1%-punt per jaar te verhogen naar 34% in 2025 en met ingang van 1 januari 2023 het heffingvrije vermogen te verhogen van € 50.650 naar € 57.000. Voor partners wordt het heffingvrije vermogen daarmee verhoogd van € 101.300 naar € 114.000.

Box 3 rechtsherstel / overbruggingswet

Vanaf 2026 zal er een nieuw stelsel voor box 3 komen waarin het werkelijke rendement op vermogen wordt belast. Voor de tussenliggende jaren (2023 t/m 2025) werkt het kabinet met overbruggingswetgeving. Deze tijdelijke wetgeving gaat uit van de werkelijke verdeling van  spaargeld, beleggingen en schulden. Daarbij gebruikt de Belastingdienst rendementspercentages die in de buurt van de ‘reële’ percentages voor sparen, beleggen of lenen liggen. De overbruggingswetgeving is op iedereen van toepassing. Het rechtsherstel over de kalenderjaren 2017 tot en met 2020 is reeds per 1 juli 2022 in gang gezet op grond van het Besluit rechtsherstel box 3. Het door het kabinet aangekondigde wetsvoorstel Wet rechtsherstel box 3 is de wettelijke vertaling van het Beleidsbesluit. Per saldo zal er pas vanaf 2026 een fundamentele aanpassing van box 3 plaatsvinden.

Box 3 leegwaarderatio

De leegwaarderatio van verhuurd vastgoed in box 3 wordt aangepast / geactualiseerd. De voorgestelde actualisatie van de leegwaarderatio heeft tot gevolg dat bij een jaarlijkse huurprijs van meer dan 5% ten opzichte van de WOZ-waarde, het percentage van de leegwaarderatio wordt verhoogd naar 100% (waardoor geen afslag op de WOZ-waarde plaatsvindt). Ook bij verhuur aan gelieerde partijen wordt voorgesteld uit te gaan van 100%. Voor deze verhuursituaties betekent dit dat de leegwaarderatio voor dit onderdeel de facto wordt afgeschaft, evenals voor de belastingplichtigen met een tijdelijk huurcontract, aldus het kabinet.

Maatregelen met betrekking tot de schenk- en erfbelasting alsmede overdrachtsbelasting

Verlagen en afschaffen schenkingsvrijstelling eigen woning

Het kabinet stelt in lijn met het coalitieakkoord voor om de verhoogde vrijstelling eigen woning per 1 januari 2024 te laten vervallen. Eerder dit jaar heeft het kabinet de Tweede Kamer geïnformeerd over de (on)mogelijkheden tot afschaffing of verlaging van de vrijstelling eigen woning per 1 januari 2023. Hierna is door het kabinet voorgesteld om per 1 januari 2023 de vrijstelling eigen woning te verlagen tot het bedrag van de voor één kalenderjaar verhoogde vrijstelling voor schenkingen van ouders aan hun kinderen die niet aan bestedingsvoorwaarden is gebonden (in 2023 € 28.947).

In samenhang met de verlaging per 1 januari 2023 en afschaffing per 1 januari 2024 wordt ook voorgesteld om de huidige mogelijkheid voor spreiding van vrijgestelde schenkingen over verschillende jaren aan te passen.

Verhogen algemene tarief overdrachtsbelasting

Het tarief voor de overdrachtsbelasting voor kopers die de woning niet zelf gaan bewonen wil het kabinet verhogen van 8% naar 10,4%. Deze ingrijpende maatregel heeft daarmee zowel betrekking op verhuurd vastgoed, tweede woningen, vakantiewoningen als bedrijfsvastgoed.

Bedrijfsopvolgingsregeling Successiewet 1956 en de Wet Inkomstenbelasting 2001

Vooralsnog blijft de bedrijfsopvolingsregeling (BOR) intact. Het kabinet geeft aan zich de komende jaren wel te zullen inzetten om opmerkelijke belastingconstructies en oneigenlijk gebruik van fiscale regelingen aan te pakken waarbij de BOR expliciet genoemd wordt. Onderdeel daarvan is in ieder geval het niet meer van toepassing verklaren van de BOR op verhuurd vastgoed. Later dit jaar volgt een kabinetsreactie waarbij het kabinet “zal ingaan op wat nodig is om te voldoen aan de afspraken uit het coalitieakkoord, namelijk het ondersteunen van de continuïteit van familiebedrijven door reële bedrijfsopvolging eenvoudiger en eerlijker te maken en oneigenlijk gebruik van de vrijstelling tegen te gaan.” Het is nog even afwachten wat hieruit zal voortkomen.

 

 

Meer weten?

Wilt u graag meer weten over het Belastingplan 2023? Neem dan contact op met Bianca de Kroon per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 277 10 10 of met Efraïm Brouwer per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 277 10 75  Zij helpen u graag verder.