Drastische hervorming EU btw-systeem op komst

16 oktober 2017 - De Europese Commissie heeft op 4 oktober 2017 een zeer ingrijpende hervorming van het EU btw-systeem voorgesteld. De belangrijkste wijziging is dat in geval van grensoverschrijdende transacties binnen de EU, de leverancier de btw bij zijn afnemer in rekening zal brengen tegen het tarief van de lidstaat van bestemming van de goederen. De btw moet dan via een één-loket-systeem in de lidstaat waar de leverancier is gevestigd worden aangegeven en betaald.

Een andere belangrijke wijziging is de introductie van de Certified Taxable Person (CTP), een gecertificeerd belastingplichtige, waarvoor vereenvoudigde procedures gaan gelden. De nieuwe regeling zal in 2022 worden ingevoerd. De lidstaten moeten het eerst nog eens worden over de hervormingsplannen. Voor de korte termijn heeft de Europese Commissie voorstellen (“Quick Fixes”) gedaan om het btw-systeem te verbeteren.  

Huidige EU-btw-regelgeving

De huidige btw-regelgeving voor transacties binnen de lidstaten van de Europese Unie, is in 1993 ingevoerd als een overgangsregeling.

Aanvankelijk was het plan dat grensoverschrijdende transacties belast zouden worden met btw in het land van waaruit geleverd wordt (oorsprongsland-beginsel). Een in Nederland gevestigde ondernemer zou in geval van levering van goederen aan een Duitse afnemer, dan Nederlandse btw in rekening hebben moeten brengen. De lidstaten zouden via een clearingsysteem de btw-betalingen met elkaar salderen. Vanwege onvoldoende onderling vertrouwen tussen de lidstaten, heeft dit voorstel het niet gehaald.

In plaats daarvan worden binnenlandse transacties en grensoverschrijdende transacties al jaren aan twee volledig verschillende btw-stelsels onderworpen. Binnenlandse leveringen zijn doorgaans belast met btw. Bij grensoverschrijdende transacties tussen ondernemers is de levering door de verkoper onbelast en wordt de verwerving bij de koper belast.

Ondanks diverse pogingen is de overgangsregeling nog niet omgezet naar een definitieve regeling. In plaats daarvan zijn regelmatig wijzigingen op de overgangsregeling doorgevoerd. Hierdoor is er een tamelijk complexe regeling ontstaan die tot veel administratieve lasten voor bedrijven heeft geleid en tot veel geldverlies voor overheden.

Hervormingsplannen Europese Commissie

De hervormingsplannen van de Europese Commissie van oktober 2017 zijn ingegeven door de wens om het btw-stelsel zowel voor overheden als voor bedrijven te moderniseren, te vereenvoudigen en bedrijfsvriendelijker te maken. De allerbelangrijkste drijfveer echter lijkt de wens om het jaarlijkse verlies aan btw-inkomsten, dat op meer dan 150 miljard euro geschat wordt, terug te dringen. Een groot deel van dit verlies zou te wijten zijn aan grensoverschrijdende btw-fraude.

De plannen, die in 2022 ingevoerd moeten worden, komen kort gezegd op het volgende neer:

  • In geval van grensoverschrijdende leveringen van goederen binnen de Europese Unie, zal de leverancier btw in rekening moeten gaan brengen tegen het tarief van de lidstaat van bestemming van de goederen. In een voorbeeld: een Nederlands bedrijf dat goederen levert aan een afnemer in Duitsland, zal Duitse btw moeten gaan factureren.
  • Er wordt een één-loket-systeem ingevoerd dat leveranciers in staat stelt de verschuldigde btw voor hun leveringen van goederen aan andere lidstaten, in hun lidstaat van vestiging aan te geven. Dit systeem maakt het mogelijk om de verschuldigde btw op verrichte leveringen te verrekenen met de voorbelasting op aankopen die in de EU zijn gedaan.
  • Het begrip van de Certified Taxable Person, de gecertificeerd belastingplichtige, wordt geïntroduceerd. Het concept van de CTP houdt in dat verklaard wordt dat een bepaald bedrijf wereldwijd als een betrouwbare belastingplichtige kan worden beschouwd. Het begrip wordt gemodelleerd naar het concept van geautoriseerd marktdeelnemer (AEO) op het gebied van douane.
  • Voor de Certified Taxable Person, de gecertificeerd belastingplichtige, blijft de huidige regeling van kracht. Dit betekent dat leveringen aan een CTP blijven leiden tot heffing (via verlegging) in het land van de afnemer. 

Quick fixes / korte-termijn-oplossingen

De Europese Commissie introduceert verder nog een aantal korte-termijn-maatregelen die in 2019 in werking moeten treden:

  • Vereenvoudiging en harmonisatie van de regels voor zogenaamde call-off stock; voorraden die bedrijven in een andere lidstaat dan de lidstaat van vestiging aanhouden om snel op afroep aan lokale afnemers te kunnen verkopen. Sommige landen kennen hiervoor een vereenvoudigingsregeling die een verplichte registratie in het land waar de voorraad wordt aangehouden voorkomt; andere landen kennen zo’n regeling niet. Nu wordt een vereenvoudiging die registratie voorkomt, voorgesteld voor alle landen, maar dan alleen voor de CTP (zie hiervoor).
  • Voor toepassing van het btw-nultarief ingeval van intracommunautaire leveringen wordt het verplicht om over het btw-identificatienummer van de afnemer te beschikken. Op grond van rechtspraak is zo’n nummer thans geen materiële voorwaarde, maar dat zal veranderen.
  • Er komt een vereenvoudiging voor het bepalen van welke transactie in een keten- of ABC-transactie de grensoverschrijdende levering betreft. Deze vereenvoudiging gaat alleen gelden voor CTPs.
  • Er komen regels waardoor ondernemers makkelijker kunnen bewijzen dat goederen van de ene lidstaat naar de andere zijn vervoerd, hetgeen een voorwaarde is om het btw-nultarief toe te passen. Ook deze regels zijn alleen toepasbaar voor CTPs.

Meer weten?

Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Bert Laman (per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 277 12 61), met Eline Polak (per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 277 23 25). Zij helpen u graag verder.

Neem vrijblijvend contact op

Word lid van onze nieuwsbrief