Handelt een gemeente bij de exploitatie van begraafplaatsen als overheid?

17 juli 2020 - Op 19 juni 2020 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan of een gemeente handelt als overheid bij de exploitatie van begraafplaatsen. De Hoge Raad geeft aan dat het feit dat een gemeente uitvoering geeft aan een wettelijke taak, niet voldoende is om te concluderen dat die activiteit kwalificeert als een overheidshandeling. Ook de taak zelf, in dit geval de exploitatie van een begraafplaats, moet impliceren dat een gemeente handelt vanuit specifieke overheidsbevoegdheden. Als gevolg hiervan is op grond van het btw-compensatiefonds (BCF) een volledige compensatie van de aan de gemeente uit hoofde van deze activiteiten in rekening gebrachte btw uitgesloten.

Achtergrond

In deze zaak ging het om een gemeente die zich bezighield met de exploitatie van twee begraafplaatsen. De gemeente was belast met de uitgifte van de grafrechten en verantwoordelijk voor de aanleg, het onderhoud en de uitbreiding van de begraafplaatsen. De btw op de kosten die in dit kader waren gemaakt, is bij het BCF gedeclareerd. De vraag is of een compensatie op grond van het BCF terecht is.

In de Wet op de lijkbezorging (Wlb) is aan gemeenten opgelegd om ten minste één gemeentelijke begraafplaats te hebben. Volgens het Hof Den Haag worden de gemeentelijke begraafplaatsen om die reden als overheid geëxploiteerd en kan btw gecompenseerd worden. Het Hof concludeert namelijk dat btw-vrijstellingen niet van toepassing zijn bij ondernemers, wat een voorwaarde is voor btw-compensatie.

De Hoge Raad is het niet met het Hof Den Haag eens en oordeelt dat de betreffende gemeente bij de exploitatie van de begraafplaatsen niet anders dan andere exploitanten handelt. De gemeente kwalificeert daarmee voor btw niet als overheid. Op grond van de Wlb heeft de gemeente weliswaar de verplichting om een gemeentelijke begraafplaats te hebben, maar dit betekent niet dat de gemeente voor de totale exploitatie van de begraafplaats ook automatisch optreedt als overheid. Volgens de Hoge Raad voorziet de Wlb er namelijk ook in dat derden (zoals kerkgenootschappen of natuurlijke personen) op begraafplaatsen grafrechten kunnen verlenen. De Wlb biedt daarom geen steun voor de opvatting dat gemeenten voor het uitgeven van grafrechten handelen als overheid. Derden kunnen dit immers ook.

Bevoegdheden die de gemeente op basis van de Gemeentewet heeft, zoals het vaststellen van vergoedingen voor grafrechten en de openingstijden om personen die zich buiten de betreffende openingstijden op de begraafplaats bevinden te beboeten, doen daar volgens de Hoge Raad niet aan af. Deze bevoegdheden zijn voor de btw namelijk niet te beschouwen als overheidsbevoegdheden die worden gebruikt voor het verrichten van de betrokken werkzaamheden en handelingen van de gemeente als zodanig (e.g. de uitgifte van een recht op een graf) en maken daarom niet dat de activiteiten van de gemeente worden verricht in de hoedanigheid van de overheid.

De Hoge Raad heeft de zaak doorverwezen naar het Hof Amsterdam om te onderzoeken of de gemeente wat betreft de exploitatie van de begraafplaatsen wellicht deels optreedt als niet-ondernemer. Daaropvolgend zal moeten worden beoordeeld of en zo ja, in hoeverre de gemeente op grond van het BCF recht op compensatie heeft. Het is opvallend dat de stelling van het Hof Den Haag, dat vrijstellingen niet aan de orde zijn, in cassatie niet weersproken is. Daarmee staat de conclusie dat begraafplaatsexploitatie btw-belast is, vooralsnog overeind. Dit heeft een grote impact op de sector (derving inkomsten van 1/6e deel van baten, vanwege 21% btw-heffing), aangezien deze tot nu toe vrijgesteld van btw plaatsvindt.

Impact in de praktijk

De Hoge Raad heeft aangegeven dat een gemeente bij de exploitatie van een begraafplaats niet als overheid handelt. Als gevolg hiervan is op grond van het BCF een volledige compensatie van de aan de gemeente uit hoofde van deze activiteiten in rekening gebrachte btw uitgesloten. De Hoge Raad laat met zijn verwijzing naar het Hof Amsterdam om te onderzoeken of de gemeente al dan niet handelt als niet-ondernemer, wel de mogelijkheid open voor een gedeeltelijke compensatie van de in rekening gebrachte btw op grond van het BCF. Zowel voor gemeenten als andere exploitanten lijkt nu btw-afdracht over behaalde inkomsten aan de orde te zijn, wat een aanzienlijke kostenpost zal betekenen. Vooralsnog zal het oordeel van het Hof Amsterdam moeten worden afgewacht.

Uiteraard helpen wij u graag bij het vaststellen van de specifieke impact voor u van deze uitspraak en eventuele acties die nodig zijn voor het veiligstellen van uw rechten op een mogelijke btw-compensatie en/of het voorkomen van btw-afdracht.

Meer weten?

Heeft u nog vragen over de hiervoor besproken procedure of eventuele andere onderwerpen? Neem contact op met Sander van Kreijl per e-mail of per telefoon: +31 (088) 277 23 12.