Gunstig oordeel Hoge Raad over recht op btw-aftrek bij door het rijk gefinancierde onderwijsinstellingen

1 maart 2018 - Onderwijsinstellingen komen mogelijk in aanmerking voor een hogere teruggave van btw op algemene kosten. De Hoge Raad heeft op 23 februari 2018 bepaald op welke manier deze teruggave mag worden berekend. Door deze uitspraak bestaat de kans dat u voor 2017 recht heeft op een aanvullende btw-teruggave.

Een onderwijsinstelling verricht naast onderwijs, dat is vrijgesteld van btw, veelal ook btw-belaste handelingen. Hierbij kunt u denken aan de exploitatie van een restaurant. Voor goederen en diensten die worden gebruikt voor zowel btw-belaste handelingen (met recht op aftrek van btw) als btw-vrijgestelde (onderwijs) handelingen (zonder recht op aftrek van btw), kan de btw op deze gemengd gebruikte aankopen gedeeltelijk in aftrek worden gebracht. Dit geldt bijvoorbeeld voor btw op verwarmingskosten of accountantskosten. 

Aftrek gebaseerd op pro-rata

Vaak wordt de mate waarin btw op de gemengd gebruikte aankopen in aftrek kan worden gebracht, gebaseerd op een pro rata: de verhouding tussen vergoedingen voor btw-belaste handelingen en ál de vergoedingen van de instelling (voor zowel btw-belaste als btw-vrijgestelde handelingen).

Onderwijs wordt onder andere gefinancierd door rijksbijdragen. De Belastingdienst stelt gewoonlijk dat bij de berekening van het pro rata de rijksbijdragen moeten worden aangemerkt als vergoedingen voor btw-vrijgestelde handelingen. Door het opnemen van rijksbijdragen in de noemer van het pro rata kan minder btw op gemengd gebruikte aankopen in aftrek worden gebracht. Het recht op aftrek van btw wordt hiermee beperkt.

Uitspraak Hoge Raad

Op 23 februari 2018 heeft de Hoge Raad echter beslist dat de rijksbijdragen niet mogen worden meegenomen in het pro rata van een onderwijsinstelling. De mate waarin de btw op gemengd gebruikte aankopen van een onderwijsinstelling in aftrek kan worden gebracht, kan volgens de Hoge Raad op twee manieren worden bepaald. Namelijk op basis van:

1. Een percentage (pro rata) conform de verhouding: vergoedingen voor btw-belaste handelingen / al de vergoedingen, exclusief rijksbijdragen, omdat deze volgens de Hoge Raad geen vergoedingen vormen);

2. Een percentage gebaseerd op het zogeheten ‘werkelijk gebruik’ van de aangekochte goederen en diensten: het werkelijk gebruik moet worden bepaald op basis van objectief en nauwkeurig vast te stellen gegevens (bijvoorbeeld tijdsbestedingen of gebruikte vloeroppervlakten). Volgens de Hoge Raad kan het werkelijke gebruik niet worden gebaseerd op financieringsbronnen, zoals rijksbijdragen.

Als een inspecteur meent dat de eerstgenoemde methode onjuist is, moet hij volgens de Hoge Raad het percentage op basis van ‘werkelijk gebruik’ aannemelijk maken. De bewijslast hiervoor ligt derhalve bij de inspecteur. Voor onderwijsinstellingen is dit een gunstige beslissing.

Bezwaar aangifte omzetbelasting 2017

Heeft u voor een onderwijsinstelling over 2017 aangifte omzetbelasting ingediend en daarbij de rijksbijdragen in de noemer van het pro rata opgenomen? In dat geval kunt u onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad bezwaar maken tegen de betaling op de eigen aangifte omzetbelasting. Dit kan tot zes weken na de dag van de betaling van de btw op aangifte. Indien de betaling bijvoorbeeld op 31 januari 2018 heeft plaatsgevonden, kunt u tot en met 15 maart 2018 bezwaar maken. U kunt dan verzoeken om een aanvullende aftrek (teruggave) van btw op gemengd gebruikte aankopen, gebaseerd op het juiste pro rata. Het is dan aan de Belastingdienst om eventueel aannemelijk te maken dat de aanvullende teruggave van btw onjuist is.

Meer weten?

Wilt u meer weten over het btw-aftrekrecht van mede met publiek geld gefinancierde (onderwijs)instellingen, of over het maken van bezwaar? Neem dan contact op met Sander van Kreijl per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 277 23 12. Hij helpt u graag verder.

Neem vrijblijvend contact op

Word lid van onze nieuwsbrief