Prinsjesdag 2023: maatregelen voor werknemers en werkgevers

Op Prinsjesdag 2023 zijn de plannen voor het komende jaar bekendgemaakt. Wij zetten de belangrijkste (fiscale) voorstellen uit het Belastingplan 2024 voor u op een rij. De kamer heeft hier op 26 oktober 2023 mee ingestemd. De Eerste Kamer zal op 19 december over deze wetsvoorstellen stemmen. Wat verandert er mogelijk voor u?

Wijzigingen in de loonbelasting

Verruiming vrijstelling ov-abonnementen en voordeelurenkaarten

Voor ov-abonnementen en voordeelurenkaarten (hierna: ov-kaarten) geldt momenteel een nihilwaardering als aannemelijk is dat de ov-kaart mede wordt gebruikt voor zakelijke reizen, waaronder woon-werkverkeer. Van een belastbaar voordeel voor de werknemer is dan geen sprake, ook al wordt de ov-kaart voor privédoeleinden gebruikt.

Wordt een ov-kaart vergoed of verstrekt door de werkgever, dan gelden er andere regels en dient er een nacalculatie plaats te vinden of dienen de werkelijke zakelijke kosten aannemelijk te worden gemaakt. Zijn de zakelijke kosten minder dan de vergoeding of verstrekking van de ov-kaart, dan is er sprake van belastbaar loon voor de werknemer.

In het Belastingplan 2024 wordt voorgesteld dat een werkgever zowel bij het vergoeden, het verstrekken en het ter beschikking stellen van een ov-kaart een gerichte vrijstelling kan toepassen over de aanschafkosten mits aannemelijk is dat de ov-kaart mede (in welke mate dan ook) zakelijk wordt gebruikt (waaronder gebruik voor woon-werkverkeer). In alle situaties is er dan geen sprake van een belastbaar loonvoordeel en hoeft er geen nacalculatie plaats te vinden.

Voor voordeelurenkaarten geldt momenteel als aanvullende voorwaarde dat de korting maximaal 50% mag zijn bij vervoersbewijzen buiten de ochtendspits. Deze voorwaarde komt niet meer terug. De enige voorwaarde is dat de werkgever aannemelijk kan maken dat de werknemer de ov-kaart (in welke mate dan ook) ook gebruikt voor een goede vervulling van de dienstverband, waaronder woon-werkverkeer.

Een flinke verruiming ten opzichte van de huidige regeling. Overigens kan de werkgever er ook voor kiezen om niet de volledige, maar een deel van de aanschafkosten van de ov-kaart te vergoeden.

Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding

In het Belastingplan 2024 wordt voorgesteld om de maximale onbelaste vergoeding voor vervoer, inclusief kilometers voor woon-werkverkeer, met twee cent te verhogen van € 0,21 naar € 0,23 per kilometer. De onbelaste reiskostenvergoeding is een gerichte vrijstelling in de loonheffing en gaat niet ten koste van de vrije ruimte van de WKR. 

Vrije ruimte werkkostenregeling (WKR)

In het Belastingplan 2023 werd de vrije ruimte bij een loonsom tot € 400.000 tijdelijk verhoogd naar 3% om de lasten voor het mkb te verlichten. Per 1 januari 2024 zal de vrije ruimte dalen naar het al eerder aangekondigde percentage van 1,92%. Ten opzichte van 2022 is dit een stijging (van 1,7% naar 1,92%).

Aftopping 30%-regeling

Voor ingekomen werknemers die naar Nederland komen om hier te werken, geldt dat hun werkgever bepaalde extra kosten vanwege het tijdelijk werken en verblijven in Nederland onbelast mag vergoeden (gerichte vrijstelling). Deze extra kosten kunnen op declaratiebasis worden vergoed, maar het is onder voorwaarden ook mogelijk om hiervoor de zogenoemde 30%-regeling aan te vragen bij de Belastingdienst. Met toepassing van de 30%-regeling kan een werkgever maximaal 30% van het “loon” onbelast vergoeden zonder nadere onderbouwing van de kosten.

Het loon waarover de 30%-regeling kan worden toegepast is momenteel niet gemaximeerd. Per 1 januari 2024 zal de 30%-regeling worden beperkt tot de bezoldigingsnorm voor topfunctionarissen in de Wet Normering Topinkomens (WNT-norm). In 2024 bedraagt deze WNT-norm € 233.000 op jaarbasis. Door hierbij aan te sluiten mag binnen de 30%-regeling maximaal € 69.900 (30% van € 233.000) onbelast worden vergoed. Mocht dat in een individueel geval niet toereikend zijn, dan kan men in plaats van de 30%-regeling nog steeds zonder maximering de daadwerkelijk gemaakte extraterritoriale kosten onbelast vergoed krijgen.

Voor werknemers bij wie de 30%-regeling over het laatste loontijdvak (december) van 2022 werd toegepast, is een overgangsregeling getroffen en geldt dat de aftopping in werking treedt vanaf 1 januari 2026.

Naast de hierboven beschreven aftopping wordt de 30%-regeling per 1 januari 2024 verder versoberd. Graag verwijzen wij u naar dit artikel.

Verder wordt per 1 januari 2025 de partiële buitenlandse belastingplicht in de inkomstenbelasting afgeschaft voor mensen die de 30% regeling hebben, waarbij voor bestaande situaties overgangsrecht wordt ingevoerd.

Indexatie vrijwilligersvergoeding

Naar aanleiding van kamervragen is deze week aangegeven dat de vrijwilligersvergoeding in 2024 niet zal worden gewijzigd. Wel zullen de maximumbedragen voor de vrijwilligersvergoeding in 2024 worden geïndexeerd. De jaargrens gaat van € 1.900 naar € 2.100 en het maandmaximum van € 190 naar € 210. Tot deze bedragen wordt verondersteld dat de vergoeding aan de vrijwilliger een kostenvergoeding is en hierover géén loonheffingen zijn verschuldigd.

 

 

Meer weten over het Belastingplan 2024?

Wilt u meer weten over de voorgestelde wijzigingen en wat dit voor u betekent? Neem dan contact op met onze specialisten Angela Dinkelberg per e-mail of per telefoon: +31 88 277 13 66 of met Martin Aandewiel per e-mail of per telefoon: +31 88 277 13 96. Zij helpen u graag verder.

Andere maatregelen: