Belastingpositie van de bestuurder onder de belastingverdragen

18 juli 2023 - Onlangs heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch een uitspraak gedaan over de belastingpositie van een bestuurder in een grensoverschrijdende situatie. De bestuurder heeft met succes gesteld dat hij zijn werkzaamheden grotendeels verrichtte als werknemer.

In dit artikel lichten wij de casus toe en bespreken we de stappen die genomen dienen te worden om de belastingpositie van een bestuurder te bepalen.

Feiten, omstandigheden en geschil

In deze uitspraak gaat het om een directeur-grootaandeelhouder (DGA) die in Italië woont en 100% van de aandelen van een bv bezit die gevestigd is in Nederland. Daarnaast bezit hij 50% van de aandelen van een naamloze vennootschap (Srl) die in Italië is gevestigd. De DGA ontvangt zowel loon van de bv als van de Srl. Het loon afkomstig van de Srl is belast in Italië. Daar bestaat geen discussie over. Het geschil in de casus betreft waar het loon, afkomstig van de bv, moet worden belast. De DGA is van mening dat het loon grotendeels kwalificeert als inkomsten uit dienstbetrekking (werknemersinkomen) en daarmee belast is in het woonland Italië. De Belastingdienst stelt daarentegen dat het loon volledig kwalificeert als bestuurdersinkomen en daarmee belast is in Nederland.

Wij lichten een stappenplan toe dat gevolgd kan worden om de belastingpositie van een internationale bestuurder te bepalen.

Stap 1 – Woonplaats van de bestuurder en vestigingsplaats van de vennootschap

Allereerst is het belangrijk om de woonplaats van de bestuurder en de vestigingsplaats van de vennootschap vast te stellen. Volgens de Nederlandse wetgeving wordt de woonplaats van de bestuurder en de vestigingsplaats van de vennootschap aan de hand van alle feiten en omstandigheden beoordeeld. Dit betreft een uitgebreide en dus feitelijke toets. In deze casus is de woonplaats van de DGA Italië. De vennootschap is gevestigd in Nederland omdat Nederlandse wetgeving bepaalt dat een vennootschap die naar Nederlands recht is opgericht, in Nederland is en blijft gevestigd.

Stap 2 - Kwalificatie van het inkomen

Als er sprake is van grensoverschrijdende arbeid, is het altijd belangrijk om het belastingverdrag te raadplegen. Dit verdrag bepaalt welk land mag heffen over het inkomen.

Een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting bevat over het algemeen een artikel over werknemersinkomen en een artikel over bestuurdersinkomen. Het artikel over inkomen dat een werknemer ontvangt, bepaalt in principe dat het heffingsrecht over het inkomen dat wordt genoten in de hoedanigheid van werknemer is toegewezen aan het woonland, tenzij de dienstbetrekking wordt uitgeoefend in het werkland. Het kan dus voorkomen dat een salary split ontstaat als de werkzaamheden zowel in het woonland als het werkland worden uitgeoefend.

Een uitzondering hierop is de zogenaamde 183-dagenregeling. Indien deze van toepassing is, is het inkomen volledig belast in het woonland. De 183-dagenregeling laten wij in dit artikel verder buiten beschouwing. Als u vragen heeft over deze regeling, kunt u contact opnemen met uw adviseur.

Het artikel in het verdrag over bestuurdersinkomen bepaalt in beginsel dat het heffingsrecht over het inkomen dat wordt genoten in de hoedanigheid van bestuurder is toegewezen aan het land waar de vennootschap, waarvoor werkzaamheden worden uitgevoerd, is gevestigd. Wij merken op dat altijd het specifieke verdrag bekeken moet worden dat van toepassing is, omdat de artikelen  kunnen verschillen. Dit leidt ertoe dat het heffingsrecht kan afwijken.

Rol bij uitvoering van werkzaamheden

Voor de belastingpositie van de bestuurder moet ook beoordeeld worden in welke hoedanigheid de werkzaamheden worden verricht. Is dat als werknemer of als bestuurder of beiden? In onderhavig geval is het Hof tot de conclusie gekomen dat de DGA zowel werkzaamheden verricht in de hoedanigheid van bestuurder als in de hoedanigheid van werknemer. Dit betekent dat een splitsing moet worden gemaakt van de inkomsten. Hiervoor moet worden gekeken naar de verdeling van de werkzaamheden.

Het Hof beschouwt het vaststellen van de jaarrekening en het bijwonen van de algemene vergadering van aandeelhouders als typische bestuursactiviteiten. De beloning die aan deze bestuursactiviteiten kan worden toegerekend wordt belast conform het bestuurdersartikel. De marketing, in- en verkoopwerkzaamheden en technisch advies beschouwt het Hof als typische werknemersactiviteiten en worden belast volgens het werknemersartikel uit het verdrag.

Uitkomst casus

In deze uitspraak heeft de DGA met succes kunnen stellen dat zijn werkzaamheden grotendeels zijn verricht in de hoedanigheid van werknemer. Dit betekent dat zijn inkomen grotendeels belast is in zijn woonland Italië en niet in Nederland. De uitspraak toont aan dat het voor de belastingpositie van een bestuurder belangrijk is te bepalen in welke hoedanigheid de werkzaamheden worden verricht. Zoals hierboven toegelicht, wordt het heffingsrecht over werknemersinkomen immers op een andere manier bepaald dan het heffingsrecht over bestuurdersinkomen. Belangrijk daarbij is een goede vastlegging. In de besproken uitspraak ontbrak het daaraan met als gevolg dat de Belastingdienst het standpunt innam dat sprake was van een bestuurdersbeloning. Dat heeft geleid tot deze bezwaar- en beroepsprocedure.

Meer weten?

Wilt u graag dat wij uw belastingpositie beoordelen? Neem dan contact op met Marco Zimmerman per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 277 20 65 of met Renee Pauli per email of per telefoon: +31 (0)88 277 24 38. Zij helpen u graag verder.