Hoge Raad: geen btw-vrijstelling voor schuldhulpbemiddeling, budgetbeheer en beschermingsbewindvoering bij streven naar winst

7 juli 2023 – Op 14 april 2023 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat diensten zoals budgetbeheer, bemiddeling en advisering en beschermingsbewindvoering niet vallen onder de schuldhulpverlening voor de sociaal-culturele btw-vrijstelling. Hoewel deze diensten wel als maatschappelijk werk worden gekwalificeerd, geldt er geen btw-vrijstelling.

Belangrijke uitspraak van de Hoge Raad

De dienstverrichter in deze zaak werkt vanuit een eenmanszaak en een bv, waarmee de Hoge Raad aanneemt dat sprake is van het streven naar winst. Een winststreven staat de toepassing van de sociaal-culturele btw-vrijstelling in de weg.

Deze uitspraak heeft gevolgen voor de toepasbaarheid van de btw-vrijstelling door zelfstandigen en organisaties in de sector van maatschappelijk werk en schuldhulpverlening. Voor wie werkzaam is in deze sector, is het belangrijk de btw-positie nog eens goed te bekijken.

Winststreven

De sociaal-culturele btw-vrijstelling is bedoeld om bepaalde maatschappelijke diensten vrij te stellen van btw-heffing. Dit is gunstig voor particuliere afnemers van deze diensten, omdat dit leidt tot een lagere (kost)prijs van deze diensten. Niet alle maatschappelijke activiteiten zijn echter vrijgesteld van btw. Volgens de rechtspraak moeten btw-vrijstellingen namelijk beperkt, worden uitgelegd. Dit betekent dat als de vrijstelling in twijfel word getrokken, de vrijstelling niet zal gelden.

Volgens de wet geldt de btw-vrijstelling voor diensten van sociaal-culturele instellingen alleen als de ondernemer geen winst beoogt. Bij eerdere situaties was ook toegestaan dat specifieke organisaties voor maatschappelijk werk toch – zonder verlies van de btw-vrijstelling – winst mogen maken, zolang ze deze winst gebruiken voor het in stand houden of verbeteren van de diensten. Dit gold onder meer voor schuldhulpverleners en organisaties voor maatschappelijk werk. De Hoge Raad stelt dat deze nadere goedkeuring in strijd is met de wet en daarom ongeldig is. Kortom, een winststreven staat volgens de Hoge Raad de toepassing van de btw-vrijstelling voor sociaal-cultureel werk in de weg.  

Gevolgen voor eenmanszaak en bv

De Hoge Raad stelt dat de ondernemer in het geschil een winststreven heeft, omdat sprake is van een eenmanszaak. Een eenmanszaak zou per definitie streven naar winst, waardoor de vrijstelling voor sociaal-cultureel werk niet van toepassing is. De keuze voor de juridische vorm van de onderneming lijkt daarmee van doorslaggevend belang voor de mogelijkheid om deze btw-vrijstelling toe te kunnen passen.

Definitie schuldhulpverlening

Hoewel strikt genomen ‘ten overvloede’, omdat de ondernemer in het geschil als eenmanszaak toch al geen beroep op de vrijstelling kon doen, maakt de Hoge Raad van de gelegenheid gebruik om de reikwijdte van de vrijstelling voor schuldhulpverlening te preciseren.

Volgens de Hoge Raad is de btw-vrijstelling voor “schuldhulpverlening” – een ‘onderdeel’ van de sociaal-culturele btw-vrijstelling – alleen van toepassing op diensten die gericht zijn op het voorkomen of oplossen van een problematische schuldsituatie van particulieren. De Hoge Raad stelt dat diensten van budgetbeheer, budgetbegeleiding en budgetadvisering, alsmede beschermingsbewindvoering niet te kwalificeren zijn als schuldhulpverlening voor de btw. Deze diensten bieden immers geen hulpverlening op het gebied van schulden. Ze kunnen echter wel worden gekwalificeerd als “maatschappelijk werk”, een ander ‘onderdeel’ van de sociaal-culturele btw-vrijstelling.

Als daarbij sprake is van diensten tot ondersteuning van personen in een situatie van mentale hulpbehoevendheid en gericht zijn  hen te beschermen bij burgerlijke handelingen, wanneer deze personen hier zelf niet in kunnen voorzien zonder het risico te lopen dat hun eigen financiële of andere belangen worden geschaad, dan geldt dat als (nauw samenhangend met) maatschappelijk werk.

Volgens de Hoge Raad zijn dan de diensten van beschermingsbewind, zoals bedoeld in artikel 1:431 BW en curatele in de zin van artikel 1:378 BW, verricht door bewindvoerders of curatoren en diensten die inherent zijn aan beschermingsbewind of curatele vrijgesteld van btw, maar alleen als deze plaatsvinden zonder winststreven.

Hoe nu verder?

Het arrest geeft enerzijds duidelijkheid over de reikwijdte van de sociaal-culturele btw-vrijstelling als het gaat om schuldhulpverlening en bewindvoering. Ondersteuning bij een schuldensituatie of bij personen die niet (meer) in staat zijn de eigen belangen goed te kunnen behartigen, kunnen tot toepasbaarheid van de vrijstelling van btw leiden. In andere gevallen zal in basis btw verschuldigd zijn.

In vervolg op dit arrest heeft de wetgever besloten om voorlopig de oude situatie te handhaven, waardoor de btw-vrijstelling ook nog (steeds) kan worden toegepast door commerciële aanbieders van de schuldhulpverlening en bewindvoering. De vraag is echter of deze vrijstelling op lange termijn gehandhaafd blijft, vooral omdat de Staatssecretaris van Financiën heeft aangekondigd dat de wetgeving op dit vlak zal worden herzien. Des te belangrijker dat dienstverleners in de sector zich op hun btw-positie beraden.

Meer weten over deze ontwikkelingen?

Meer weten over hoe deze ontwikkelingen effect kunnen hebben voor u of uw organisatie? Neem dan contact op met Sander van Kreijl per e-mail of per telefoon +31 (0)88 277 23 12. Hij helpt u graag verder.

Interessant voor u: