Hoge Raad: voor BOR kwalificeren alleen vermogensbestanddelen die voor ondernemingsdoeleinden worden aangehouden

28 augustus 2023 - De Hoge Raad heeft in een langlopende bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) kwestie op 18 augustus 2023 zijn (eind)beslissing genomen. Dit arrest ziet op eerder ontwikkeld en/of gebruikt vastgoed dat nadien aan derden wordt verhuurd alsmede de kwalificatie daarvan.

De casus

De erflaatster in deze zaak overleed in 2012 en was (on)middellijk houdster van (certificaten van) aandelen in diverse vennootschappen. Deze vennootschappen houden zich bezig met de ontwikkeling en verhuur van vastgoed. In geschil was of de BOR van toepassing is op de volledige waarde van de door belanghebbende uit de nalatenschap verkregen (certificaten van) aandelen in de vennootschappen, ook voor zover die waarde is toe te rekenen aan verhuurde panden.

Bij het eerste arrest van 18 juni 2021 heeft de Hoge Raad een uitspraak van Hof Amsterdam  van 12 maart 2020 vernietigd onder verwijzing naar Hof Den Haag. Hierbij ging het om de vraag welke panden in redelijkheid (nog) kunnen worden toegerekend aan de projectontwikkelingsactiviteiten. Hof Den Haag deed vervolgens uitspraak op 20 september 2022. Bij het onlangs gewezen tweede arrest van 18 augustus 2023 vernietigt de Hoge Raad dit verwijzingsoordeel van Hof Den Haag en verwijst de zaak opnieuw door, ditmaal naar Hof Den Bosch.

Het arrest

De Hoge Raad oordeelt in lijn met Hof Den Haag dat de omstandigheid dat een vermogensbestanddeel binnen de eigen onderneming tot stand is gebracht, nog niet betekent dat als dit na gereedkoming voor verhuur wordt aangehouden, moet worden gerekend tot het voor de BOR kwalificerend ondernemingsvermogen. De Hoge Raad maakt – voor een voormalig kantoorpand dat nadien aan derden werd verhuurd – vervolgens een afweging tussen enerzijds de achtergrond van zijn zogenoemde in 1997 gewezen Pottenbakkersarrest en anderzijds de achtergrond van de BOR. Anders dan Hof Den Haag oordeelt de Hoge Raad dat voor de BOR alleen vermogensbestanddelen kwalificeren die ten tijde van de verkrijging voor ondernemingsdoeleinden worden aangehouden. Aan de in het Pottenbakkersarrest voor het winstregime omschreven rechtsregel komt voor de toepassing van de BOR dan geen betekenis toe. Afgevraagd kan worden of met dit laatste oordeel de bij de BOR beoogde rechtsvormneutraliteit tussen een IB-onderneming en een BV-onderneming behouden blijft.

Belang voor de praktijk

Als u overweegt uw familiebedrijf over te dragen, is het belangrijk deze ontwikkelingen mee te nemen in uw strategische overwegingen. De adviseurs van Mazars kunnen u helpen bij uw bedrijfsopvolging.

Meer wetenover bedrijfsopvolgingsfaciliteiten?

Wilt u meer weten over bedrijfsopvolgingsfaciliteiten? Of wilt u sparren over de overdracht van uw familiebedrijf? Neem dan contact op het Johan Zuiderwijk per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 277 16 09 of met Bianca de Kroon per e-mail of per telefoon: 31 (0)88 277 10 10. Zij helpen u graag verder.