Btw-teruggaaf bij oninbare vorderingen

1 april 2020 - Door de huidige coronacrisis betalen uw klanten wellicht uw facturen niet meer. Er is een mogelijkheid om de btw die u in dit kader heeft afgedragen, alsnog terug te vragen onder voorwaarden. Daarnaast is het goed om eens te kijken of u nog oninbare vorderingen heeft uit het verleden, waarvoor u de btw terug kunt vragen.

Btw op oninbare vorderingen kunt u terugvragen op het moment dat het zeker is dat de vordering (gedeeltelijk) niet meer betaald zal worden. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer uw klant failliet is. Daarnaast kan de btw in ieder geval één jaar na het moment van opeisbaarheid terug worden gevraagd. Een vordering is opeisbaar wanneer de uiterste betaaltermijn die op de factuur staat is verstreken. Wanneer er geen uiterste betaaltermijn op de factuur staat, geldt de standaard betaaltermijn van 30 dagen.

Het bedrag van de teruggaaf verwerkt u in de aangifte over het tijdvak waarin de oninbaarheid is ontstaan of de 1-jaarstermijn is verstreken. De btw op een factuur van 1 januari 2019 met een standaard betaaltermijn, die door de 1-jaarstermijn oninbaar wordt, moet dus in de aangifte van het eerste kwartaal van 2020 worden teruggevraagd.

Wil u uw cashflow in deze tijd verbeteren? Dan raden wij u aan om te kijken of u nog oninbare vorderingen uit het verleden heeft, waarvan u de btw nog kan terugvragen. Wanneer de termijn al is verstreken (omdat u bijvoorbeeld in 2019 al recht had op teruggaaf), dan moet u de teruggaaf in een suppletieaangifte aangeven. Wij helpen u uiteraard graag wanneer u oninbare vorderingen heeft waarvoor u btw kan terugvragen. Ook denken we graag mee om te kijken of er andere mogelijkheden voor u zijn om uw huidige cashflowpositie te verbeteren.

Meer weten?

Wilt u meer informatie, neem dan contact op met uw Mazars contactpersoon. Deze kan u desgewenst ondersteunen bij het indienen van aanvragen of u in contact brengen met onze specialisten. Wij helpen u graag verder.