Europese richtlijn brengt wijzigingen aan in studiekosten- en nevenwerkzaamhedenbeding

21 oktober 2021 - Al in mei 2019 stemde het Europees Parlement in met de richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden, hierna ‘Richtlijn’ genoemd. Uiterlijk op 1 augustus 2022 zullen alle lidstaten hun nationale wetgeving moeten hebben aangepast, op enkele minimumrechten na die hieruit voortvloeien. De meest opvallende wijzigingen worden kort toegelicht.

Scholing en studiekosten

Werkgevers nemen veelal een studiekostenbeding op in de arbeidsovereenkomst om te voorkomen dat de investering in de betreffende werknemer zich niet terugbetaalt als de werknemer bijvoorbeeld vroegtijdig vertrekt.

Volgens de Richtlijn mag verplichte scholing niet meer voor rekening van de werknemer komen. Een studiekostenbeding is in dat geval dus niet meer mogelijk. Bij verplichte scholing gaat het specifiek om opleidingen die de werkgever op grond van de wet of een cao verplicht is aan te bieden. Daarnaast dienen werknemers in de gelegenheid te worden gesteld om de scholing tijdens de arbeidstijd te volgen.

Nevenwerkzaamhedenbeding

Een andere belangrijke wijziging is dat het (ongemotiveerd) overeenkomen van een verbod op nevenwerkzaamheden straks niet meer zo makkelijk is. Op dit moment kent het Nederlandse recht hiervoor geen regeling zoals die wel voor een concurrentiebeding geldt. Uit de Richtlijn volgt immers dat het de werknemer toegestaan moet worden om buiten het werkrooster zonder nadelige behandeling voor een andere werkgever te werken, tenzij om objectieve redenen onverenigbaarheidsbeperkingen gerechtvaardigd zijn. Dit betekent dat bij wijze van uitzondering een dergelijk beding nog wel toegelaten kan worden (‘tenzij’-clausule).

De Richtlijn noemt enkele uitzonderingsgevallen zoals de bescherming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie of het voorkomen van belangenconflicten.

Gevolgen Nederlandse arbeidsrecht

Het is nog onduidelijk hoe de Nederlandse wetgever de Richtlijn gaat implementeren in het Burgerlijk Wetboek 7. De Raad voor de rechtspraak heeft hierover in een advies ook nog enkele vragen gesteld aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bijvoorbeeld over wat er precies onder de term ‘noodzakelijke scholing’ wordt verstaan. Voor de implementatie van de Richtlijn wordt er een overgangsperiode verwacht.

Meer weten?

Wilt u meer weten over bovenstaande bedingen of de wijze waarop dit arbeidsovereenkomsten beïnvloed? Of heeft u andere vragen over arbeidsrechtelijke kwestie? Neem dan contact op met uw contactpersoon van Mazars of rechtstreeks met Lisanne Wigboldus van Pellicaan Advocaten per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 627 22 26. Zij helpen u graag verder.