Waarom lopen transactiemultiples zo uiteen?

14 november 2019 – Een belangrijk aspect bij de aan- of verkoop van een onderneming is de koopprijs. De koopprijs is het punt waarop verkoper en koper elkaar ontmoeten, maar hoe komt dit punt tot stand? Het is een kwestie van onderhandelen waarbij zowel de koper als verkoper beiden hun eigen subjectieve beeld hebben van de waarde van de onderneming.

Discounted Cashflow

In algemene zin lijkt er consensus te zijn over de Discounted Cashflow (DCF) methode als meest geschikt instrument voor de waardebepaling van een onderneming. Bij toepassing van deze methode wordt een onderneming gewaardeerd aan de hand van toekomstige vrije kasstromen die contant gemaakt worden tegen de kostenvoet van het totale vermogen.

Buiten de DCF-methode kan er bij aan- en verkooptrajecten ook gebruik gemaakt worden van andere methoden om de prijs van een onderneming te bepalen:

  • EBITDA: deze methode wordt gebruikt in de financiële wereld om operationele kasstroom te benoemen.
  • EBIT: dit is een maatstaf voor operationele inkomsten van een onderneming voor aftrek van rente en belasting.
  • Omzetmultiple: hiermee wordt de waarde van een onderneming gebaseerd op prijzen van vergelijkbare ondernemingen.

In de Brookz Overnamebarometer worden halfjaarlijks de gemiddelde transactiemultiples per sector gepresenteerd. Deze multiples lopen fors uiteen, van gemiddeld 3,55 maal EBITDA in de Detailhandel tot gemiddeld 6,25 maal EBITDA in IT & online in de eerste helft van 2019. Ook tussen andere sectoren zien we aanzienlijke verschillen.
Hieronder enkele factoren die van invloed zijn op multiples:

  • Marktontwikkelingen: voor een onderneming in een groeiende markt wordt doorgaans een hogere prijs betaald dan voor een onderneming in een krimpende markt. Aangezien de EBITDA-multiple wordt uitgedrukt in termen van de gerealiseerde EBITDA, is de multiple van een onderneming in een groeiende markt hoger.
  • Conjunctuurgevoeligheid: de mate waarin het resultaat van een onderneming / sector gevoelig is voor het economisch sentiment is een niet te onderschatten factor.
  • Terugkerende / contractuele omzet: voor ondernemingen met hoog aandeel contractueel terugkerende (winstgevende) omzet wordt doorgaans meer betaald dan voor ondernemingen die telkens eenmalige opdrachten moeten verkopen om hun resultaat te realiseren.
  • Toegevoegde waarde: een onderneming met een product met een hoge toegevoegde waarde is vaak ook hoger geprijsd. Deze ondernemingen kunnen vaak minder snel ‘ingewisseld’ worden voor een concurrent en dit gunstig voor de stabiliteit van de onderneming.
  • Omvang: de omvang van een onderneming speelt ook een rol bij de bepaling van de hoogte van de multiple. Bij een grotere onderneming zijn voor een koper doorgaans meer voordelen te behalen, maar kan in gevallen van een neergaande tendens ook meer bijgestuurd worden.

Conclusie

Deze factoren lopen behoorlijk uiteen, maar kunnen worden samengevat in één term: risico. Hoe hoger het verwachte risico, hoe lager de multiple en daarmee ook de prijs. Omgekeerd geldt ook, hoe lager het gepercipieerde risico, hoe hoger de transactiemultiple en daarmee de verkoopopbrengst.

Meer weten?

Wilt u graag meer weten over hoe u in aanloop naar de verkoop van uw onderneming kan werken aan een verbetering van het risicoprofiel van uw onderneming? Neem dan contact op met Joost Reefhuis per e-mail of per telefoon via +31 (0)88 277 17 68 of met Aron de Jong per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 277 18 00. Zij helpen u graag verder.

Meer informatie?